woensdag 21 december 2011

Dag C+13: woensdag 21 december 2011

Jaja ... dan nu even rust in afwachting van m'n zusje Elly ... nou, daar bleef het bij!

Gelukkig bleef ik aanspreekbaar en was het gezellig met Elly; maar in de loop van de middag / avond kreeg ik toch wèl koorts, werd ik iets misselijk, had ik nul zin in warm eten ... Gelukkig had ik 's middags zowel gelucht als later nog kerstbrood gegeten, dus ben ik op dat punt niets tekort gekomen; ik kan me niet permitteren wéér minder voedingsstoffen binnen te krijgen dan nodig!

Kortom, ik heb de hele verdere dag op bed gelegen, geslapen (gesnurkt, zelfs; Julia kon me horen terwijl ze in de werkkamer boven bezig was) en gezweet! Vanmorgen moest Julia m'n hele bed verschonen, alles was drijfnat! Tja ... je kunt niet zeggen dat de Eprex niets doet ...

Gisteren (met de huisarts) kwam zijdelings iets ter sprake, dat me deed denken aan een opmerking van één van de heren Norbertijnen. Het volgende.

Tot nog toe voel ik me lichamelijk gezegend: ik heb weinig last van de kuur, voel me goed, weinig of geen pijn; de best mogelijke verzorging door m'n echtgenote Julia en door anderen (zoals de pedicure) in m'n eigen huis; eten en drinken smáákt me (met af en toe een dag waarop niet; ook niet erg); en met het gevoel, zo sinds zaterdag jongstleden, dat het iedere dag wat beter gaat en ik me iedere dag ietsje sterker voel dan de dag ervóór - mits niet van slag gebracht door een of andere prik; die uiteindelijk ook weer in m'n voordeel gaat werken!

Ik voel me ook geestelijk gezegend: door mijn liefste Julia, door mijn lieve familie, door de warme band met de heren en dames Norbertijnen, met mijn vrienden en vriendinnen en met hen die op wat meer afstand staan ... en ik voel me geestelijk gezegend doordat ik (het merendeel van de tijd, in ieder geval ...) gelóóf dat God in ons midden is als wij - al dan niet uitgesproken in Zijn naam - samen zijn.

Ik heb het al eerder geschreven: ik heb alle reden terug te zien op een gelukkig leven.

Maar ... er gaan waarschijnlijk (niet: noodzakelijkerwijs) dagen komen waarop ik me minder gezegend voel. Dagen waarop wanhoop, verdriet, angst, woede om voorrang in m'n gemoed vechten. Ik bedoel hiermee die dagen (waarover ik op 15 december schreef) waarop het moeilijk is om te blijven geloven. De dagen die ik, wellicht, in de put zal doorbrengen.

Op zo'n dag zou iemand tegen me kunnen zeggen: maar lees je eigen blog eens terug! Zie wat je schrijft over goede tijden, gelukkig en gezegend leven! Lees de reacties van je vrienden en familie! Vooruit, klim uit die put! En misschien helpt dat, die dag. (Misschien is dat ook wel een van de redenen dat ik dit blog zo uitgebreid bijhoud: een backup voor wanneer m'n innerlijke harde schijf wat bestanden kwijt is ...) Misschien helpt het ook niet, en kan ik de kracht om uit die put te klimmen níet buiten mezelf vinden - want dàt is toch waar het terugzetten van de backup op neerkomt!

Neuh ... ik denk dat ik er toch eerder voor ga, de kracht te zoeken in mezelf: kracht die is geschonken in de liefde van God en de mensen om me heen ... de kracht van de zalving en van de wekelijkse communie ...

Waar ik nou even aan zit te denken: op zó'n moment is een symbool belangrijk. Iets dat me eraan herinnert die kracht te blijven zoeken: omdat ik die heb, omdat die me is geschonken. De kaars bij de ziekenzalving? Rozenkrans? Kruishangertje om m'n nek? Ik vind wel wat ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten